Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [Mem.] [77]Van de hoogte heeft [78]Hij [79]een vuur [80]in mijn beenderen gezonden, [81]waarover Hij geheerst heeft; [82]Hij heeft voor mijn voeten een net uitgebreid, [83]Hij heeft mij achterwaarts doen keren, Hij heeft mij woest en ziek [84]gemaakt den gansen dag. 77. Dat is, van den hemel. 78. Te weten de Heere. 79. Dat is, grote pijnen en smarten, die de mensen als een vuur verteren. 80. Dat is, in de sterkste delen van mijn lichaam, gelijk Ps.6:3. Zie de aantekening Job 7:15. 81. Dat is, welke de Heere, niet enige menselijke kracht, bestiert en zulke kracht geeft, dat het mij verteert. 82. Dat is, Hij heeft mij zo vast in zijne strikken, dat ik er niet uit geraken kan. 83. Dat is, toen ik hem meende te ontvluchten, heeft Hij mij in zijn net gevangen en doen terugkeren. 84. Hebreeuws, gegeven; dat is, Hij heeft mij alle middelen van verlossing benomen.